roman in vijf delen
GOD - HET MEISJE - HET EILAND - DE SAMENLEVING - DE DOOD
elk voorafgegaan door een episode 'onderweg'
januari 2012, 4e druk augustus 2012
www.goudenboekenuil.be/longlist 2013
Littéraire Witte Prijs 2014

GOD beschrijft de vroege jeugd van de hoofdpersoon in een welvarend gezin met talentvolle, maar godsdienstwaanzinnige ouders. Zij zijn in de ban van de radicale dominee Raave, die denkt als enige in het land rechtstreeks in verbinding te staan met God. Hij leert zijn duizendkoppige gehoor dat maar één ding belangrijk is: bekering. Je afkeren van het aardse bestaan en je louter richten op God. Mensen zijn volstrekt waardeloos. Tegenspoed is het beste van het leven. De dictatoriale vaderfiguur is een kloon van Raave, de subtiele moeder onderwerpt zich, de kinderen leven in een isolement dat anderen misdadig noemen.

HET MEISJE. De ban wordt door Raave's dood niet verbroken. Rond de bandrecorder waaruit de dominee spreekt zit het gezin. Tussen de ouders rijzen problemen door overspel en platonische liefdes. Vanaf zijn tiende jaar wordt de hoofdpersoon door beiden als biechtvader gebruikt. Ouder geworden kopieert hij hun wereldvreemde gedrag. Een veelbelovende studie breekt hij af. Net als zijn vader dompelt hij zich onder in godsdienst, in zijn geval de filosofie van Plato, waaraan hij alleen op avontuurlijke reizen weet te ontsnappen. Net als zijn moeder onderwerpt hij zich, in een onmogelijk huwelijk, aan een dictatoriale partner, aan wie hij alleen denkt te kunnen ontkomen door op haar kinderwens in te gaan. Intussen heeft een broer, psychotisch geworden, geprobeerd de vader te wurgen.

HET EILAND. De hoofdpersoon heeft zich van alles losgescheurd. Bijna buiten de tijd leeft hij in de eenzame wereld van de Egeïsche Zee. Eerst op een bergachtig eilandje, waar de dorpsbevolking zonder stroom en wegen een eeuwenoud, sober leven leidt, met de buitenwereld alleen door de maandelijkse stomer verbonden. Ook hiervandaan vlucht hij, voor een barre, winterse tocht langs kloosters en kluizenaars door de duizendjarige wildernis rond een Heilige Berg. Het dieptepunt is bereikt. Hij besluit een poging te doen van het leven te genieten en vindt in de vroege lente op een welvarend eiland een ommuurd huis op een heuveltop met zicht op drie besneeuwde gebergtes. De overweldigende gastvrijheid van de eilanders slaat onder bizarre omstandigheden maanden later geleidelijk in argwaan om. Voor het morele oordeel van de boeren opnieuw op de vlucht keert hij naar het vaderland terug om een vader voor zijn kinderen te zijn.

DE SAMENLEVING. Hoewel totaal vervreemd van het volwassenenbedrijf, slaagt de hoofdpersoon er niettemin in, onder meer als rector van een school, enig maatschappelijk sukses te boeken, maar gevoelsmatig kan hij de kloof met wat de maatschappij bezighoudt niet overbruggen. Zijn huwelijk blijft onverminderd idioot. Liefde biedt maar tijdelijk soelaas. Hij vlucht in de wedstrijdsport, onder meer in lange natuurijsmarathons. Maar tenslotte moet hij zijn kinderen opgeven.

DE DOOD. Een late liefde, met het bijbehorende besef hoe het leven ook kan zijn, leidt tot een even late confrontatie met de ouders, die beiden gesloopt zijn door de gevolgen van hun verbintenis, niet in staat te begrijpen wat zij hebben aangericht. Toch wordt de band met de kinderen niet verbroken tot aan hun ontluisterende dood. Ook de hoofdpersoon schaatst de vergetelheid in.

DE VIJF EPISODES 'onderweg' die aan elk deel voorafgaan beschrijven in een parallelle beweging de zoektocht van de hoofdpersoon naar het concrete leven, als tegenwicht tegen de religieuze abstractie. In Griekenland zoekt hij naar de individualistische avonturier en schrijver Xenofon, die hem al vanaf zijn schooltijd in concurrentie met de totalitaire Plato vergezelt. In het vierde 'onderweg' begint Xenofons nuchtere stem te spreken. In het laatste intermezzo valt de stem geleidelijk samen met die van de hoofdpersoon, bij een aanval op abstracte filosofie en machtsbelust monotheïsme en een pleidooi voor het kleine, aardse leven en het concrete schrijven, waaraan de hoofdpersoon dan begint.

NOOT
De roman is opgebouwd als een Griekse tragedie in vijf bedrijven, met een omslagpunt in het midden van het derde bedrijf. De vijf korte verhalen ‘onderweg’ hebben de functie van klassieke koorliederen. Zij geven commentaar op de hoofdhandeling. Dit commentaar stelt twee klassiek Griekse schrijvers tegenover elkaar: de levensvijandige fundamentalist Plato, kampioen van de abstractie, en de aardse kenner van het concrete leven Xenofon, schrijver van een beroemd boek over een avontuurlijke militaire expeditie door het Perzische Rijk, de eerste autobiografie uit de geschiedenis. Beiden komen ook in de bedrijven van de hoofdhandeling ter sprake. Gezamenlijk symboliseren de vijf ‘onderweggen’ de zoektocht van de hoofdpersoon van de roman: van een doodse jeugd naar aards leven.



Reacties


'Een uniek boek. Messcherp, ongenaakbaar.' (Maarten 't Hart in Vrij Nederland)

'Buitengewoon indringend en confronterend. Een prachtige autobiografische roman, vol gebeitelde scènes, kortaffe, norse zinnen en schitterende natuurbeschrijvingen. Daarachter doemt een gestalte op die van graniet lijkt, maar die zich in zijn kwetsbaarheid zo aan de lezer uitlevert dat je je graag aan hem gewonnen geeft.' (Jaap Goedegebuure in Het Financiëele Dagblad)

'Trefzeker en steeds weer verrassend.' (Enny de Bruijn in  Reformatorisch Dagblad)

'Bijzonder innemende roman, overvol van ingehouden leven' (Janet Luis in NRC-Handelsblad)

'Spaart niemand; bovenal zichzelf niet' (Gertine Wilders in Nederlands Dagblad)

'Genadeloos knap en strak gecomponeerd. Prachtig van taal. Absolute aanrader' (Marianne in de Bode  van Boekhandel Schimmelpennink)

'Indrukwekkende roman. Trefzeker, scherp en ironisch geschreven' (Carla van der Stap voor de Libris  Boekhandels)

'Hypnotiserend proza' (Sonja de Jong in Leidsch Dagblad)

'Een meeslepend boek, in al z'n liefdeloosheid' (Bookaneer)

'Relativerende, tragikomische, bijna berustende blik' (Simone van Saarloos op Recensieweb)

'Beelden die als bij toverslag nabij brengen' (Cor Gout in Extaze)

'Mooie gestileerde roman over zijn zwerftocht door het leven' (Jan Danhof, column Boekh. Broekhuis)

'Universeel verhaal over het rusteloze menselijke zoeken' (Hartger Wassink, column Boekh. Roelants)

'Zelden is zo indringend beschreven welke schade godsdienstwaanzin aanricht'
(Ardjan Noorland, op www.ontmoetdeschrijver.nl )

'Een beklijvend verhaal, een zoektocht naar sereniteit' (Hugo Brutin op Literair Nederland)

''Waar de persoonlijke bevrijding twijfelachtig is, daar is die in de vorm van de roman zelf meer dan geslaagd' (Harold van Dijk in Ons Erfdeel)

'Mooie, meeslepende stijl. Een genot om deze roman te lezen' (D. Visser in Kerkblad voor het Noorden)

'De kwaliteit wordt gedragen door een heel eigen mengsel van dramatiek en ironie. Sinds Gerard Reve's fameuze reisbrieven, verschenen in de jaren zestig, las ik nooit meer iets wat me zo hevig naar de strot greep en op mijn lachspieren werkte' (Jaap Goedegebuure in Trouw)

'Koolschijn heeft zijn eigen leven als uitgangspunt genomen voor een roman die het individuele ver overstijgt. Geschreven in prachtige zinnen met grote zeggingskracht. Geen sterveling weet is een indrukwekkend monument voor de condition humaine' (Inge de Bever in Hermeneus)